The Divine Life Society
Afdeling Aalst |
Het woord kriyaa is afgeleid van de werkwoordswortel kri, doen. Ook karma is van die werkwoordswortel afgeleid. Yogahoudingen of aasanas worden gekenmerkt door onbeweeglijkheid, kriyaas door langzame bewegingen op het ritme van de zo langzaam mogelijke ademhaling en door het uitrekken van het lichaam terwijl de adem wordt ingehouden. Ze doen de energie vrij stromen doordat energieblokkeringen worden weggenomen. Waar het lichaam op een ontspannen wijze is uitgerekt, daar kan de energie vrij gaan doorstromen. Dit is de grondregel van kriyaa.
Deze oefeningen zijn even doeltreffend als ze gemakkelijk zijn. Veertig jaar geleden hadden we onder onze leerlingen een jongen die ballet studeerde onder Maurice Béjart. De opleiding was keihard. Elke dag werden ze letterlijk afgebeuld. De jongen zei me op zekere dag: “De kriyaas zijn de beste manier om mijn uitgeput lichaam weer in orde te maken. Ze doen wonderen.”
Hoe
te beoefenen
Beoefen de Berghouding zoals beschreven op de website. Houd je altijd aan dezelfde volgorde, dan
werkt het beter en komt er meer diepgang.
Dit is de volgorde:
1. bewustwording van het feit dat je in wezen alomtegenwoordig,
aldoordringend en volmaakt met alles één bent;
2. het lichaam spannen van onder naar boven en ontspannen van boven naar onder (driemaal);
3. diep uitademen en de longen een tijd leeg houden (driemaal);
4. de polsen boven het hoofd grijpen en ononderbroken trekken;
5. hetzelfde met de handen vóór de borst;
6. de handpalmen vóór de borst tegen elkaar plaatsen en ononderbroken de handpalmen tegen elkaar drukken;
7. handpalmen op het achterhoofd met de vingers in elkaar gestrengeld: duw met de handen tegen het hoofd en met het
hoofd tegen de handen;
8. rondjes draaien met de handen rond het achterhoofd in wijzerzin en tegenwijzerzin;
9. rollen met de schoudertoppen;
10. schouders heffen, maar buik ontspannen;
11. Stoelhouding;
12. word je achtereenvolgens bewust van het hoofd als een ervaring, de nek als een ervaring, de borst als een
ervaring en de buik als een ervaring.
Het lichaam en de geest zijn nu goed ontspannen en klaar voor de kriyaas.
Zet de onderkant van de tong tegen het verhemelte. Dit opent de keel. Houd ze zo tijdens de vier kriyaas.
Belangrijk: adem de hele tijd alleen door de neus; zuig de adem niet naar binnen door de neus, want je zuigt dan de neusvleugels dicht; er komt dan minder lucht in de longen. De neus moet de hele tijd ontspannen zijn. De neusvleugels mogen niet bewegen. De lucht moet worden aangezogen vanuit de buik.
Kriyaa
1
Houd het hoofd rechtop, de armen hangen. Adem
geluidloos en zo langzaam mogelijk uit door de neus. De longen zijn
dan een ogenblik leeg. Komt de inademimpuls hef dan de armen
zijwaarts op het ritme van de zo geluidloze en zo langzaam mogelijk
inademing. De hele borst wordt uitgerekt. Terwijl je de adem
vasthoudt gaat dat rekken door. Komt de uitademimpuls, laat dan de
armen zakken op het ritme van de zo langzaam mogelijke uitademing. De
longen zijn een ogenblik leeg. Herhaal dit enkele keren.
Belangrijk: blijf de hele tijd bij de voetzalen; wees je bewust van het vloeien van de adem, de langzame beweging, het rekken en het inhouden van de adem. Sta niet te trappelen en vermijd nutteloze en overbodige bewegingen.
Kriyaa
2
Adem uit door de neus. De longen zijn een ogenblik
leeg. Komt dan de inademing, dan gaat de linkerhand loodrecht
richting zoldering. Buig wat naar rechts. De linkervoorarm hangt
boven het hoofd. Van de linkervoet tot de linkerelleboog is de hele
linkerzijde uitgerekt. Komt dan de inademing, dan komt de romp
overeind en zakt de hand. Doe hetzelfde rechts. Herhaal ook deze
kriyaa enkele keren. De details zijn zoals in de voorgaande kriyaa.
Kriyaa
3
De adem stroomt naar buiten door de neus. De longen
zijn een ogenblik leeg. Komt de inademing, dan gaat de linkerhand
loodrecht richting zoldering. De romp draait naar rechts en de
rechterhand reikt naar de achterkant van de linkerdij. Het gezicht is
geheven naar de opstaande hand. De hele linkerzijde is uitgerekt.
Komt de uitademing, dan komt de romp overeind en zakt de linkerhand.
Doe hetzelfde rechts en herhaal enkele keren. Beoefen vooral deze
kriyaa goed in gedragenheid.
Kriyaa
4
Eerste variatie:
Strengel de vingers in elkaar
achter de rug. Adem zo langzaam mogelijk uit door de neus. De longen
zijn een ogenblik leeg. Komt de inademing, dan gaat het bekken wat
naar voor en gaat de romp achterwaarts hangen. Houd de adem een
tijdje in. Komt de uitademing, dan buigt de romp voorover met een zo
recht mogelijke rug. Zijn de longen leeg, ontspan dan de hele romp.
De armen blijven ontspannen op de rug liggen. Komt de inademing, dan
gaat de romp overeind. Herhaal enkele keren.
Tweede
variatie:
Na enkele keren de kriyaa te hebben herhaald, kun je
terwijl je vooroverbuigt de armen gestrekt heffen. De vingers blijven
evenwel in elkaar gestrengeld. Laat de armen op de rug zakken
alvorens weer overeind te komen.
Effect
Neem
de proef op de som. Beoefen de Berghouding en de kriyaas tot je er
vertrouwd mee geworden bent. Doe op zekere dag de Groet aan de Zon
en de Yogahoudingen. Doe de volgende dag eerst de Berghouding en de
vier beschreven kriyaas en de Groet aan de Zon en de Yogahoudingen
daarna en je zult merken dat dit nu heel wat beter gaat. De kriyaas
warmen het lichaam op, ze ontspannen het hele organisme en doen de
energie vrij stromen.